Willem Littel, zilversmid in Schoonhoven

Schoonhoven wordt wel de Zilverstad genoemd. Al vanaf de 14e eeuw werkten er zilversmeden in de stad. Ook een aantal leden van de familie Littel kwam in dit vak terecht, onder wie Abram Littel (1680-na 1726), Cornelis Littel (1767-1818) en de hieronder behandelde Willem Littel (1796-1879), naar wie in 2010 de Willem Littelstraat in Schoonhoven-Noord werd vernoemd.

Willem Littel

Het is niet bekend bij wie Willem zijn opleiding heeft gehad.1Hij kan in elk geval geen leerling van zijn opa Jan Roosenburg (1732-1798) zijn geweest, zoals hier wordt geopperd. Hij begon 14 oktober 1814 als zelfstandig edelsmid in Schoonhoven, naast zilver werkte hij ook met goud. In de periode 1815-1841 had hij voor het werk in zilver twee knechten, voor het werk in goud zes knechten en acht leerlingen in de werkplaats, daarnaast nog drie polijsters en drie loopjongens. Hij diende in 1838 een verzoek in bij de waarborg om vanwege eerdere beschadigingen zijn zilveren lepeltjes te keuren met het kleine keur. Als een van grootste werkmeesters betaalde hij jaarlijks 1500 – 2300 gulden voor keurloon.2S.A.C. Begeer, I. Hak en L. Linhart-du Cloux (1981) Zilversmeden van de stad Schoonhoven, 1600-1900. Schoonhoven: Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum. Hij had de reputatie niet de makkelijkste te zijn.3Gerard Waardenburg (2024) “Het geslacht Van Willenswaard in Schoonhoven”, Zilver Histograaf in Schoonhoven, jaargang 4, nr. 4, december 2024, p. 115-137.

Van mei 1841 tot mei 1848 werkte Willem in Amsterdam (in 1842 was hij daar kassier), daarna kwam hij weer terug in Schoonhoven. Hij maakte vooral gouden stampwerk en klein zilverwerk en had daarvoor vijf knechten, drie leerlingen, een polijster en een knecht voor het zilverwerk aan het werk. Tot zijn gereedschappen behoorden een grote schroefpers (balançoir), een pletmolen, een trekbank, twee fornuizen, een windmolen en kleine stampwerktuigen.


Enkele voorbeelden van werk van Willem Littel


W. Littel & Compagnie


Willem Littel, op dat moment een van de belangrijkste werkmeesters in Schoonhoven, ging in 1861 een vennootschap aan met Gilles Grevink (1812-1872)4Hij wordt in de regel vermeld als Grevink, maar bij zijn geboorte ingeschreven als Grevinck. onder de naam W. Littel & Compagnie, met als doel “het fabriceren van gouden en zilveren werken, benevens den handel in genoemde artikelen”.5“Geregtelijke aankondigingen”, Nederlandschs Staatscourant, 28 maart 1861. De twee hebben elkaar waarschijnlijk tijdens Willems jaren in Amsterdam leren kennen. Grevink was werkmeester en had een winkel aan de Kalverstraat in Amsterdam. Hij had ervaring met grootwerk, in tegenstelling tot de Schoonhovense zilversmeden die vooral klein zilverwerk maakten. In Schoonhoven werd hij aan de Haven een buurman van Willem Littel.6RenĂ© Kappers (2001) “De eerste bestuurders van “De Nijverheidsvereeniging van Goud- en Zilversmeden in Schoonhoven” Elf geschreven portretten over hun herkomst en hun bindingen”, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard, jaargang 26 (2001). (Online in te zien via de Hollandse genealogische databank van Ons Voorgeslacht).

Zoon Cornelis van der Kas Littel werkte als reizend agent voor W. Littel & Co. Het bedrijf maakte bijouteriewerk, oorknopjes, groot zilverwerk, armbanden en tafelbellen. In 1862 nam het deel aan de wereldtentoonstelling in Londen, de heren toonden daar “zilveren serviezen, waarvan het werk de vergelijking met dat der beste engelsche fabriekanten kan doorstaan”.7Mededeelingen uit Engeland : De internationale tentoonstelling te Londen”, Middelburgsche courant, 1 juli 1862.


Na het vertrek van Grevinck naar Den Haag, werd de vennootschap in 1864 ontbonden.8“Geregtelijke aankondigingen”, Nederlandschs Staatscourant, 21 april 1864. Willem ging weer onder eigen naam verder.


Meestertekens van Willem Littel (& Compagnie)


Bronnen en noten

  • 1
    Hij kan in elk geval geen leerling van zijn opa Jan Roosenburg (1732-1798) zijn geweest, zoals hier wordt geopperd.
  • 2
    S.A.C. Begeer, I. Hak en L. Linhart-du Cloux (1981) Zilversmeden van de stad Schoonhoven, 1600-1900. Schoonhoven: Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum.
  • 3
    Gerard Waardenburg (2024) “Het geslacht Van Willenswaard in Schoonhoven”, Zilver Histograaf in Schoonhoven, jaargang 4, nr. 4, december 2024, p. 115-137.
  • 4
    Hij wordt in de regel vermeld als Grevink, maar bij zijn geboorte ingeschreven als Grevinck.
  • 5
    “Geregtelijke aankondigingen”, Nederlandschs Staatscourant, 28 maart 1861.
  • 6
    RenĂ© Kappers (2001) “De eerste bestuurders van “De Nijverheidsvereeniging van Goud- en Zilversmeden in Schoonhoven” Elf geschreven portretten over hun herkomst en hun bindingen”, Historische Encyclopedie Krimpenerwaard, jaargang 26 (2001). (Online in te zien via de Hollandse genealogische databank van Ons Voorgeslacht).
  • 7
  • 8
    “Geregtelijke aankondigingen”, Nederlandschs Staatscourant, 21 april 1864.