Generatie XI
Willem Jacob Hendrik (Willem) Littel; geboren Den Haag 26-03-1891, overleden Haren 26-09-1967, begraven Haren op de Eshof, zoon van Abraham Littel en Geesje Veenstra.
Willem verloofde zich in Den Haag 24-01-1909 en trouwde Den Haag 02-08-1912 met Gerharda Antonia Johanna (Gerda) Jonker; geboren Amsterdam 09-06-1890, overleden Groningen 11-06-1967, begraven Haren op de Eshof, dochter van Jacob Jonker (1855-1921) en Antonia Johanna van ’t Sant (1866-1946).
Willem en Gerda (ook: Wim en Ger) hebben elkaar in Den Haag leren kennen. Hij verhuisde 20 oktober 1910 naar Amsterdam en Gerda volgde hem na hun huwelijk. Willem was bouwkundig tekenaar in Amsterdam. Het paar woonde enige tijd in Sloten (1914-1916), daarna weer in Amsterdam.
Willem kwam in dienst bij de N.V. Nederlandsche Betonijzerbouw te Amsterdam, het is nog niet duidelijk wanneer. Hij was in elk geval aanwezig bij de eerste jaarbeurs in Utrecht (1917) waar de Betonijzerbouw een gemetalliseerd tuinhuis liet zien. Dat blijkt uit het gastenboek van de N.V., dat naast hem werd getekend door onder anderen koningin Wilhelmina en prins Hendrik. In 1920 werd in het Wilhelminaplantsoen in Bussum een gemetalliseerde gedenkbank onthuld, met bronzen plaquettes van beeldhouwer G. Sterringa. Het Algemeen Dagblad schreef: “De bank is ontworpen door den heer M. Littel uit Amsterdam: ze werd uitgevoerd door den Nederlandsche Betonijzerbouw aldaar.”1 Er woonde in die tijd geen M. Littel in Amsterdam, hier zal Willem zijn bedoeld. De bank, geplaatst namens de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, raakte in verval en werd in de jaren 50 afgevoerd.
In 1921 was Willem getuige bij het huwelijk van schoonzus Mies Jonker en wordt dan vermeld als ‘afdeelingschef eener naamloze vennootschap’, vermoedelijk de Betonijzerbouw. In 1923 werd het faillissement uitgesproken van de N.V. Nederlandsche Betonijzerbouw.
Willem en Gerda kochten in 1923 het perceel Waldecklaan 45 in Hilversum voor f 9000 (De Gooische Post, 25-04-1923) en vestigden zich daar met hun gezin. In 1924 getuigde Willem bij het huwelijk van zwager Anton Jonker en wordt dan vermeld als ‘directeur eener naamloze vennootschap’. Uit onder andere vermeldingen in de krant blijkt dat hij dan directeur is van de N.V. Algemeene Metallisatie en Betonbouw Compagnie, zijn compagnon is A.W. Wits (1877-1967).2 De NV houdt kantoor te Utrecht en Hilversum (woonadres van de familie Littel). Deze N.V. bezit de Nederlandse octrooien die zijn aangekocht uit het faillissement van de N.V. Nederl. Betonijzerbouw te Amsterdam. In 1928 bepaalde de rechter echter dat de N.V. geen rechten kon ontlenen aan de overdracht van deze octrooien, omdat de overdracht plaatsvond in maart 1924 (aan Willem Littel en co.) vóór de officiële oprichting van de N.V. in september 1924.3 In de jaren in Hilversum wordt Willem in de ‘Naamlijst voor den telefoondienst’ vermeld als vertegenwoordiger van Betonwerk Noord-Holland (1924), als directeur van de N.V. Alg. Metallisatie en Betonbouw Cie. (1924-1929) en vanaf 1930 met zijn technisch bureau.
Willem begon zijn eigen bureau in of voor 1928. Hij nam in dat jaar deel aan de jaarbeurs in Utrecht:4 “In de afdeeling bouwmaterialen toont het technisch bureau W.J.H. Littel uit Hilversum Dermas-vloeren, vloeren van leder met asphalt-emulsie. En ook vraagt Littel de aandacht voor een tocht- en stofafsluiter, dien men “Immer-dicht” doopte.”
Nadat Willem een aanstelling kreeg bij Domeinen, verhuisde het gezin in april 1939 naar Helpman, Groningen. Toen hij een jaar later als getuige optrad bij het huwelijk van zijn zusje, werd hij vermeld als algemeen bedrijfsleider der Domeinen. Het Technisch Bureau der Domeinen was in crisistijd verantwoordelijk voor een werkgelegenheidsproject, waarbij langs de waddenkust land werd gewonnen. In de provincie Groningen werden vanaf 1935 door de Dienst Landaanwinningswerken werklozen ingezet om de Waddenzee deels in te dammen en het land uit te breiden. De dienst was aanvankelijk gevestigd in Leens, vanaf 1939 grotendeels in Baflo. Willem werd technisch opzichter A en chef van de tekenkamer in Baflo. Bij de huwelijken van Toos en Will werd hij vermeld als bedrijfsleider (1941) en als rijksambtenaar (1944). Vanaf 1945 viel het werk van Landaanwinningswerken onder Rijkswaterstaat. Het gezin Littel verhuisde dat jaar naar Baflo. Willem was als vertegenwoordiger van het Groene Kruis in Baflo in 1950 betrokken bij de oprichting van de woningstichting Baflo.5 Toen ook Ger en Jaap het huis uit waren, verhuisden Willem en Gerda in juni 1956 maar huize Avondlicht in Haren. Volgens ir. R. Klinkhamer, een van zijn oud-medewerkers, ging Willem in 1961 met pensioen.6
Willem was vanaf medio 1955 tot aan zijn overlijden ook opzichter bij bouwbedrijf Meijering en Benus uit Stadskanaal; hij was als zodanig onder andere betrokken bij de bouw van het telefoonkantoor van de P.T.T. aan de Reitemakersreige (1958), het Diakonessenhuis (1959-1965), het Emmaviaduct (1962-1964) en de Pleiadenbrug (1965-1966) in de stad Groningen.
Uit dit huwelijk:
- Antonia Johanna (Toos) Littel; geboren Amsterdam 25-09-1913, overleden aldaar 22-07-1981, begraven Amsterdam, Westgaarde. Verpleegster. Toos is getrouwd Groningen 20-06-1941 met Frederik (Fred) Wessels; geboren Wolfheze 03-08-1909, overleden Zeist 11-12-1999, begraven Amsterdam, Westgaarde, zoon van Jan Wierts Wessels (1877-1941) en Johanna Catharina Wiersema (1878-1938). Fred studeerde medicijnen te Groningen en nam in 1938 de huisartsenpraktijk van zijn vader in Appingedam over, vanaf 1951 was hij gemeente-arts bij de G.G.D. in Amsterdam. Zie de Genealogie van een familie Wessels.
- Willem Jacob Hendrik (Pim) Littel; geboren. Amsterdam 21-05-1917, overleden aldaar 17-05-1918, begraven Amsterdam, Huis Te Vraag.
- Gerharda Antonia Johanna (Ger) Littel; geboren Amsterdam 22-03-1919, overleden Utrecht 06-11-2003. Stenotypiste, privésecretaresse. Ger is getrouwd Baflo 26-08-1949 met Leendert (Leo) de Ru; geboren Doesburg 17-11-1923, overleden Zwolle 26-12-1990, zoon van Pieter de Ru (1882-1946), (rijtuig)schilder, en Hendrika Wilhelmina Bussink (1888-1944). Leo was jeugdleider en predikant in de Ned. Hervormde Kerk en Presbyterian Church (Australië).
- Willy (Will) Littel; geboren Amsterdam 06-01-1921, overleden Groningen 05-07-1968, begraven Haren, Eshof. Kinderverzorgster, leerling-verpleegkundige. Will is getrouwd Groningen 02-03-1944 met Hendrik Wladimir Albrecht Ernst (Wladimir) de Vries; geboren Groningen 03-11-1917, overleden Zuidlaren 30-07-2001, zoon van Roelof de Vries (1876-1957), schipper, en Jantina Jacobina Bleker (1877-1972). Zie de Genealogie van een familie De Vries. Wladimir was beeldhouwer. Hij is hertrouwd met Francien Nouwt.
- Jacob (Jaap) Littel; geboren Hilversum 06-06-1931, overleden 17-07-1996. Hij studeerde rechten in Utrecht en Groningen en behaalde in 1952 zijn kandidaatsexamen. Hij werkte bij het bureau Burgerlijke Stand van de gemeente Utrecht (1962). Jaap en Dorine behaalden in 1966 het examen ‘erkend assurantieagent’ en openden hun eigen bedrijf: Assurantie en makelaarskantoor mr. Littel en Littel. Jaap is getrouwd Driebergen 04-04-1959 met mr. Theodora Elisabeth Maria (Dorine) Leussink; geboren Zwanenburg 04-07-1930, overleden 06-06-2014, dochter van Hendrik Jan Leussink (1890-1955) en Margaretha Wijnveldt (1893-1986). Zij deed in 1953 haar doctoraal examen Nederlands recht en werd in 1965 de eerste academisch gevormde vrouwelijke makelaar. Ze was daarnaast lid van de Provinciale Staten van Utrecht (1974-1978) en voorzitter (1978) van Intermediac, de vereniging van adviseurs voor medische en andere academische beroepen.
Bronnen
- Onthulling kiesrecht-gedenkbank te Bussum”, Algemeen Dagblad, 3 mei 1920.
- Onder andere Leeuwarder Courant 08-04-1924 en 09-04-1924.
- Arrond.-rechtbank te Haarlem, Burgelijke Kamer, Zitting van 19 april 1927″, Weekblad van het regt; verzameling van regtszaken, bouwstoffen voor wetgeving, mengelwerk, jrg 90, 1928, no 11897, 5 december 1928.
- Nouveauté’s”, Utrechts Nieuwsblad, 35e jrg, no. 257, 28 februari 1928; “Technisch bureau W.J.H. Littel, Hilversum”, Het bouwbedrijf; maandblad voor bouwkunde, techniek en handel, jrg 5, 1928, no 6, 16 maart 1928.
- “Bekendmaking ingevolge het bepaalde bij artikel 9 van het koninklijk besluit van 11 januari 1932 (Staatsblad No. 7), Nederlandse Staatscourant, 7 september 1950.
- R. Klinkhamer (1987) Een halve eeuw landaanwinningswerken langs de friese- en groninger kust. Rijkswaterstaat, directie Groningen, dienstkring Baflo.