Generatie IX
Diderica Willemina Littel; geboren Schoonhoven 14-10-1837, overleden Zeist 02-07-1917, begraven Zeist, Oude Algemene Begraafplaats, dochter van Willem Littel en Dirkje van der Kas.
Diderica is getrouwd Schoonhoven 17-05-1865 met Abraham Jacobus Servaas (Bram) van Rooijen; geboren Utrecht 30-05-1839, overleden Den Haag 12-12-1925, begraven Zeist, Oude Algemene Begraafplaats 16-12-1925, zoon van onderwijzer Servaas van Rooijen (1807-1873) en Neeltje Losgert (1797-1874). Hij zal zijn vernoemd naar zijn grootvaders Abraham Losgert en Jacobus van Rooijen.

In maart 1862 trad Diderica als gouvernante in dienst bij Henri Boogaerts en zijn vrouw Constance P.L. barones van Heeckeren van Brandsenburg, die elf kinderen hadden. De familie Boogaerts bewoonde het huis Steenhove in het Zeeuwse Koudekerke.1Buitenplaasts Steenhuis, Koudekerke.info. Bij haar trouwen in 1865 woonde Diderica weer in Schoonhoven. Als getuigen waren bij het huwelijk aanwezig haar broer Cornelis van der Kas Littel (46 jr, koopman in Schoonhoven), haar zwagers Abraham Tom (45 jr, touwslager in Moordrecht) en Cornelis van Holk (37 jr, apotheker in Hoorn) en ten slotte Sebastiaan van Nooten (25 jr, boekhandelaar in Schoonhoven).

Bram van Rooijen bezocht de Franse school en werkte vervolgens bij boekhandels in Utrecht en Leeuwarden. In 1865 opende hij een eigen boekhandel en uitgeverij aan de Voorstraat in Utrecht. Twee jaar later ging zich ”A.J. Servaas van Rooijen” noemen, naar verluidt om niet te worden verward met de Roomse familie Van Rooijen in Utrecht.2Sv.E. Veldhuijzen, “Groen en geel. Roddels en rancunes van een Haagse āklerkā” I, in: Jaarboek Die Haghe 1995, p. 143. In de avonduren studeerde hij om de onderwijsakte Taal en Letteren te halen. Samen met zijn vrouw nam hij later deel aan onder andere het Taal- en Letterkundig Congres in Breda (1881).3“Binnenland”, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 16 augustus 1881.
Het echtpaar Servaas van Rooijen-Littel vestigde zich in 1879 in Den Haag. Bram werd er in 1884 de eerste gemeentearchivaris van de stad. Vanaf 1887 was hij directeur van het Haags gemeentemuseum. Hij was er ook medeoprichter en eerste voorzitter (1890-1897) van de Geschiedkundige Vereniging Die Haghe. In 1890 werd hij door de Franse regering benoemd tot officier d’AcadĆ©mie.4“Wetten, besluiten, benoemingen, enz.”, Nederlandsche Staatscourant, 10 september 1890. Per 1 januari 1912 kreeg Bram eervol ontslag als museumdirecteur. In 1916 verhuisde het paar naar Zeist, maar vier jaar later keerde Bram terug naar Den Haag. Zijn naam werd in 2011 verbonden aan de Servaas van Rooyenhof in de Rivierenbuurt.5A.J. Servaas van Rooijen op Wikipedia.
Bronnen en noten
- 1Buitenplaasts Steenhuis, Koudekerke.info.
- 2Sv.E. Veldhuijzen, “Groen en geel. Roddels en rancunes van een Haagse āklerkā” I, in: Jaarboek Die Haghe 1995, p. 143.
- 3“Binnenland”, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 16 augustus 1881.
- 4“Wetten, besluiten, benoemingen, enz.”, Nederlandsche Staatscourant, 10 september 1890.
- 5A.J. Servaas van Rooijen op Wikipedia.