De familie Littel aan de Oudendijkse Schiekade

Hulp van lezers Overschiese Krant aan serie ‘Rotterdam door de tijd’, door Arnoud Voet

De Oudendijkse Schiekade
De ouders van iemand die reageert, maar vergat naam en adres te vermelden (kunt u dat alsnog even doen!), woonden op foto 29 Oudendijkse Schiekade 95, het derde huis van rechts. ‘Bij het aantreffen van de foto in de Overschiese Krant kreeg ik een schok van herkenning en woelde een golf aan herinneringen door mij heen. In en rondom het ouderlijk huis heb ik een onvergetelijke, onbekommerde en vooral fijne jeugd doorgemaakt. De Oudendijkse Schiekade vormde samen met de Overschiese Kleiweg en de Oude Kleiweg een driehoek, die de Schans werd genoemd. Dat was een gehucht tussen Rotterdam en Overschie, waar kinderen heerlijk konden spelen. Vanaf het pad van koolas vissen in de Rotterdamse Schie, boeren in de omtrek helpen bij het hooien en ‘trippelen’ op de boomstammen die in het water dreven, behoorden tot onze favoriete bezigheden.’

Verder: ‘Aan de Oudendijkse Schiekade 26-28 bevond zich al sinds 1823 de vernis- en japanlakfabriek van J.C. van Wijk & Co. N.V. Directeur H.W.H. Krijgsman woonde aan de Emmalaan 81. Voorts waren op 103 het melktransportbedrijf en de varkenshandel van D. Littel jr. en op 87 de zuivelhandel van A. Speksnijder. De bewoners van de Schans waren zéér verschillend, zegmaar vogels van allerlei pluimage. Maar de sfeer onderling was goed en burenhulp alom aanwezig. Men respecteerde elkaar en leefde gemoedelijk samen.’

Bep van der Boom, Ravelstraat 18, Ridderkerk, is geboren en getogen aan de Oudendijkse Schiekade 121. ‘Het was het laatste huis van een rijtje van zes, waar mijn moeder zestig jaar heeft gewoond en dat er nog staat. Vroeger was het cafĂ© van Willem van Engelen het eerste huis van ons rijtje, waar ook een kruidenierswinkeltje annex fietsenmakerij was gevestigd. Naast ons huis bevond zich de boerderij van Jan Littel en zijn zonen Arend en Henk. Later bleek Henk uit Oostenrijk gekomen te zijn en niet was genaturaliseerd. Daarom werd hij ingelijfd in het Duitse leger en stierf hij later aan het front. Nadat Arend de baas was geworden, leerde hij mijn broers melken en zij hielpen hem op hun vrije dag op de boerderij. Mijn oudste broer ging ’s morgens voor schooltijd (onze school was in Rotterdam) om vier uur mee naar de markt in Delft voor het afleveren van koeien.

Oude Jan Littel woonde links naast het overzetveer van pontjesbaas Kees Moeliker. Het zette je over voor één cent aan de andere kant van de Rotterdamse Schie. Je moest hem het dubbele betalen als je een fiets bij je had. In de oorlogsdagen 1940-1945 was de N.V. Van der Burg’s Borstelfabrieken aan de Oudendijkse Schiekade 12 nog niet gereed. Er hebben mensen van de Schansweg in geslapen nadat ze waren beschoten door NSB’ers. Mijn vader was erbij als wijkhoofd.’(…)”

Bron: Overschiese Krant, 2003