Margje Littel (1781-1854)

Generatie VIII

Margje (Marrigje) Littel; gedoopt Schoonhoven 16-12-1781 (als Mergjen), overleden Amsterdam 20-03-1854 (als Margje), dochter van Willem Littel en Johanna Roosenburg. Winkelierster.

Margje is getrouwd Schoonhoven 27-08-1799 met Balthasar (Baltus) Tau; gedoopt Aken, R.K.-parochie St. Foillan 28-07-1772 (als Balthasar Taw),1Aachen St. Foillan: Taufen 1772, f. 196. overleden Amsterdam 16-08-1814 (als Balthazar Tau), zoon van hoedenmaker Franz Leonard en Anna Sophia Hülsers. Hoedenfabrikant in Gouda.

Handtekeningen van het echtpaar Littel-Tau

Margje Littel, zoals ze haar naam zelf schreef,2Burgerlijke stand van Gouda: huwelijken 1829: Jacob Maurer en Johanna Tau, 25 maart 1829. werd bij haar doop ingeschreven als Mergjen. Ze is vernoemd naar haar grootmoeder Mergjen Wouters de Bruin, die samen met haar man Willem Littel den ouden als doopgetuigen optrad. Bij de dopen van haar eigen kinderen en in de akten van de burgerlijke stand wordt ze meestal vermeld als Marrigje, een enkele keer als Margie, Margje, Mergie, Mergje of Mergjen.

Margje trouwde met Baltus Tau, een Duitse hoedenmaker. Hij kwam uit Aken, waar de familie Taw, ook Tau(w) en Thau, in elk geval vanaf het midden van de 17e eeuw woonde. Baltus’ overgrootvader Leonard Taw (geboren 1662) was de eerste hoedenmaker in de familie.3H.F. Macco (1908) Aachener Wappen und Genealogien Ein Beitrag zur Wappenkunde und Genealogie Aachener, Limburgischer und Jülicher Familien. Aken: Aachener Verlags- und Drückerei-Gesellschaft m.b.H., p. 184-185.4Eberhard Quadflieg (1941) Spaziergänge durch Alt-Aachen : Straßen, Häuser und Familien. Aken: Aachener Anzeiger / Politisches Tageblatt. Baltus, twee broers en een zus vestigden zich in Nederland, waar ook zij actief waren in in de hoedenindustrie.5Mathias Theodorus Taw/Tau (1774-1851), hoedenmaker in o.a. Heusden en Geertruidenberg; Maria Geertruida Petronella Taw (1776-1856) getrouwd met Adrianus Rosu, hoedenmaker in Breda en Leonard Tau (1792-1873), meester-hoedenmaker in Venlo. Over Baltus Tau vermeldt Bregje de Wit in haar boek Op hoop van zaken (2004) dat hij tijdens de Franse overheersing onder andere hoeden en in 1810 keizerlijke kokardes leverde voor de gewapende burgerwacht.6Bregje de Wit (2004) Op hoop van zaken : De industrialisatie van Gouda, 1813-1913. Gouda: Boekhandel Verkaaik. ISBN 9080003220. Het echtpaar Tau-Littel had een winkel aan de Botermarkt in Gouda (mogelijk in het huis dat vader Willem Littel in 1802 had gekocht), met daarachter de hoedenmakerij. Ze maakten in 1813 hun testament op. Margje en Baltus kregen samen acht kinderen. Hoewel hij van huis uit Rooms was, werden de kinderen Hervormd gedoopt.

Op 22 augustus 1814 werd in Amsterdam het overlijden aangegeven van Balthazar Tau, 42 jr, hoedenmaker. Volgens De Wit is hij vermoord. De overlijdensakte vermeldt: “op schriftelijk aanzoek van den Heer Commisaris van politie van het 5 Canton is voornoemde Lijk op den sestienden dezer gehaald uit den Roozestraat en na het binnengasthuis overgebragt ingevolge procesverbaal in dato den Twintigste dezer van gemelde gasthuis.”7Burgerlijke stand van Amsterdam: overlijdens 1814: Balthazar Tau, 22 augustus (reg. 7, fol. 74); Burgerlijke stand van Gouda: overlijdens 1814: Balthazar Tau, akte 370. NB Het politiebureau van kanton 5 was gevestigd aan de Raampoort in Amsterdam. Tot de nagelaten boedel behoorde onder meer een woonhuis, pakhuis, winkel en enkele panden elders in Gouda. Margje liet de hoedenfabriek in 1815 slopen, vermoedelijk zette ze de hoedenwinkel voort. Ze wordt nog meerdere malen als winkelierster in Gouda vermeld (o.a. 1818, 1829, 1838, 1841).

Na Baltus’ overlijden had Margje een aantal relaties waaruit vier dochters zijn geboren, die allen jong zijn overleden. Bij de inschrijving van hun geboortes in de registers van de burgerlijke stand werd de naam van de vader niet vermeld, Margje gaf hun namen wel op bij de doop van drie van de vier dochters.

In juni 1853 verhuisde Margje naar Amsterdam, waar ze inwoonde bij haar dochter J.M.S. Stork-Tau. Ze overleed er op 72-jarige leeftijd, haar overlijden werd aangegeven door schoonzoons Stork en Peeters.8Burgerlijke stand van Amsterdam: overlijdens 1854: Margje Littel, 22 maart 1854.

Uit dit huwelijk:

  1. Johanna Maria Sofia Tau; geboren Gouda 26-06-1800, gedoopt aldaar 27-06-1800 (getuigen Willem Littel jr. en Johanna Roosenburg), overleden in of voor 1802.
  2. Johanna Maria Sofia Tau; geboren Gouda 14-04-1802, gedoopt aldaar 14-04-1802 (getuigen Willem Littel en Johanna Roosenburg), overleden tussen mei 1859 en mei 1893. Naaister (1840, 1846), winkelierster (1851) in Amsterdam.
    Johanna is getrouwd (1) Gouda 07-05-1823 met Christian Reinike, ook Christiaan Reinicke; geboren Arensdorf, Brandenburg (D) 14-09-1781, gedoopt aldaar 16-09-1781, overleden na 1830, zoon van Martin Reinike, landbouwer (kossath), en Dorothea Schultze. Koopman te Boskoop (1823). Christia(a)n vertrok met onbekende bestemming. Nadat zijn vrouw een verzoek indiende bij de rechtbank plaatste deurwaarder Carel Willem Lehr een bericht in de krant waarin “Christiaan Reininck, wiens Woon- en Verblijfplaats onbekend is” werd opgeroepen op 25 mei 1840 voor de rechtbank in Amsterdam te verschijnen.9Bericht in te zien via CBGVerzamelingen, niet teruggevonden via Delpher.
    Johanna is getrouwd (2) Amsterdam 24-07-1851 met Wilbrand Stork, ook vermeld als Willebrand en Heinrich Wilbrand; geboren Bramsche (D) 26-07-1810, gedoopt aldaar [EL] 29-07-1810, overleden Amsterdam 11-05-1893, zoon van Johann Heinrich Stork, kleermaker, en Margrethe Adelheid Brand. Kleermaker in Amsterdam (1851). Bij het huwelijk werd een vonnis van de arrondissementsrechtbank van 30 juni 1846 overlegd waarbij de bruid verlof werd verleend om een tweede huwelijk aan te gaan “op grond van meer dan tienjarige afwezigheid van den Echtgenoot der Bruid”. Hij had “haar gedurende vijftien Jaren (…) verlaten zonder van zijn aanwezen te doen blijken”. Getuigen bij het huwelijk waren Wilhelmus Peeters (38 jr, ambtenaar), Cornelis Briel (38 jr, winkelier), zwagers van de bruid, Christiaan Reinecke (70 jr, conciërge Hoogduitse schouwburg) en Johan Friedrich Eltroth (32 jr, bierbrouwer). De getuige Christiaan Reinecke (Berlijn 25-03-1781 – Watergraafsmeer 31-12-1857) was in 1821 getrouwd met Josina Pieternella Leffelaar en mogelijk verwant aan haar ex.
  3. Johanna Tau; geboren Gouda 09-10-1803, gedoopt aldaar 09-10-1803 (getuigen Willem Littel en Johanna Roosenburg), overleden in of voor 1805.
  4. Johanna Tau; geboren Gouda 10-06-1805, gedoopt 12-06-1805 (getuigen Willem Littel en Johanna Roosenburg), overleden aldaar 31-03-1833. Johanna is getrouwd Gouda 25-03-1829 met Jacob Maurer; geboren Delfzijl 13-12-1805, overleden Gouda 01-11-1853, zoon van Gerrit Maurer, kanonnier, timmerman, en Grietje Coppers. Kantoorbediende te Utrecht (1829), pettenmaker aan de Hoogstraat in Gouda (1836). Jacob is hertrouwd Gouda 27-06-1833 met Jacomina Stout; geboren Tiel 15-11-1808, overleden Gouda 05-04-1864, dochter van Willem Stout en Anna Maria Kloppenburg.
  5. Willem Tauw; geboren Gouda 29-04-1808, gedoopt 29-04-1808 (getuigen Willem Littel en Johanna Roosenburg), overleden Gouda 28-07-1868. Pettenmaker te Gouda (1841), winkelier. Willem is getrouwd Gouda 13-10-1841 met Johanna Elisabeth Kaars; geboren Gouda 15-09-1814, overleden aldaar 05-04-1875, dochter van Johan Adam Kaars, schrijnwerker in Gouda, en Johanna Vink
  6. Apollonia Tauw; geboren Gouda 20-02-1810 (Tauw), gedoopt aldaar 21-02-1810 (getuigen Willem Littel en Johanna Roosenburg), overleden Amsterdam 25-03-1855. Volgens verklaring van haar moeder bij het eerste huwelijk was de familienaam eigenlijk Tau, ze tekende ook als “A. Tau”. Apollonia was winkelierster in Amsterdam (1847).
    Ze is getrouwd (1) Gouda 31-01-1838 met Joannes Michael Carolus (Carl) Stein; gedoopt Solingen (D) 31-12-1808, overleden Amsterdam 19-11-1846 (als Karel Stijn), zoon van Petri Stein, herbergier, kastelein, en Rosina Schaefer. Carl was goudsmid in Gouda (1838). Later had het paar een hoeden- en pettenzaak in Amsterdam. Volgens zijn overlijdensannonce overleed hij aan de gevolgen van een slijmberoerte, zijn vrouw laat bovendien weten dat “De Hoeden- en Petten-Affaire zal door de Weduwe op denzelfden voet worden gecontinueerd”.
    Apollonia is getrouwd (2) Amsterdam 11-11-1847 met Cornelis Briel; geboren Wormerveer 04-11-1812, overleden Amsterdam 27-06-1859, zoon van Willem Briel, boekverkoper, en Grietje Oosthuizen. Was negen jaar in dienst bij de tweede afdeling infanterie. Gruttersknecht (1847), winkelier (1851), ambtenaar (1855, 1859) in Amsterdam. Bij het huwelijk getuigde onder anderen Willem Littel, oom van de bruid.
  7. Lucretia Tau; geboren Gouda 13-06-1811, gedoopt aldaar 16-06-1811 (getuigen Willem Littel en Johanna Roosenburg), overleden Amsterdam 21-04-1848. Lucretia is getrouwd Gouda 23-02-1836 met Heinrich Carl Weustenfeld, ook genaamd Hendrik Carel Wustenfeld; geboren Schwelm (D) 04-04-1807, overleden Münster (D) 05-10-1861, zoon van Johann Daniel Weustenfeld, banketbakker te Solingen (1836), en Johanna Friederike Beckmann. Bij het huwelijk banketbakker, later hoedenwinkelier. Hij is hertrouwd Amsterdam 14-12-1848 (huw. ontbonden 1859) met Maria Elisabeth Krantz; geboren Amsterdam 07-11-1829, dochter van Hendrik George Krantz en Johanna Christina Helmers. Weduwe van Sent Jacob Mastenbroek.
  8. Francisca Leonarda Tau; geboren Gouda, Botermarkt 23-07-1813, gedoopt aldaar 25-07-1813 (als Fransciska Leonarda), overleden Utrecht 25-12-1891. Francisca is getrouwd Gouda 13-12-1837 met Wilhelmus (Willem) Peeters; geboren Breda 16-01-1813 (Guillaume), overleden Vleuten 18-05-1891, zoon van Gerardus Peeters, onderofficier en Henriette Rudusulie. Willem was pettenfabrikant in Gouda (1837), later ambtenaar (1851).

1816 doop Abramina Littel

Uit diverse relaties:

  1. Abramina Littel; geboren Gouda, Botermarkt P 90, 17-12-1815, gedoopt Gouda 12-01-1816 (als Abrammina, getuigen Dirk van Eijk en Dirkje van Ormel), overleden Gouda, Botermarkt P 89, 10-03-1817. Stadsvroedmeester Cornelis Bleuland (81 jr) gaf de geboorte aan van Abramina “welk kind geboren is uit Marrigje Littel oud vierendertig jaren, winkelierster wonende op de Botermarkt voornoemd, weduwe van Baltus Tau, Hoede Fabrikeur”. Volgens opgave bij haar doop was ze een dochter van Abraham van Willenswaard. Vermoedelijk is dat Abraham van Willemswaard (1772-1855), zilversmid in Schoonhoven. Hij trouwde in 1816 met Margje Corbijn (1785-1866), een volle nicht van Margje Littel.
  2. Henrietta Hermina Littel; geboren Gouda, Botermarkt, 12-06-1818, gedoopt 12-07-1818 (getuigen Abram Nieuwveld en Lena van der Noot), overleden aldaar 09-12-1818. Haar geboorte werd aangegeven door stadsvroedvrouw Hendrika van der Palm (42 jr), die verklaarde dat zij “geboren is uit Marrigje Littel oud zesendertig jaren winkelierster wonende op de Botermarkt voornoemd, weduwe van Baltus Tau Fabrikeur in hoeden”. Volgens opgave bij haar doop was ze een dochter van Hendrik Hermanus Vetter. Vermoedelijk is dat Hendrik Hermanus Vetter (1791-1865), ook Hendricus Hermanus Vetter, apothecar (1824), deurwaarder (1833, 1851) en commissionair (1840) in Gouda. Hij was daarnaast actief als tekenaar en lithograaf. Vetter trouwde in 1819 met zijn nicht Cornelia Hendrika Vetter (1797-1859).
  3. Henrietta Hermina Littel; geboren Gouda, Botermarkt P 89 10-09-1819, gedoopt 03-10-1819 (getuigen Johannes Gerardus Prinse en Martijntje Nieuwland), overleden aldaar 02-03-1822. Haar geboorte werd aangegeven door stadsvroedvrouw Hendrika van der Palm (42 jr). Het doopboek vermeldt geen naam van de vader. Mogelijk was zij net als voorgaande ook een dochter van Vetter, die een aantal maanden voor haar geboorte was getrouwd.
  4. Christina Maria Littel; geboren Gouda, Botermarkt P 89, 01-05-1824, gedoopt 16-05-1824 (getuigen Jan Wassing en Hester van Borzeel), overleden Gouda 31-01-1825. Haar geboorte werd aangegeven door stadsvroedvrouw Neeltje Witsius (52 jr). Volgens opgave bij de doop was zij een dochter van Christiaan Koops.10Niet-waarschijnlijke kandidaten:
    – Christiaan Koops (ca. 1743-1820), ook Frederik Christiaan Koop en Coops, koopman in turf in Utrecht (1819, 1820). Hij is getrouwd (1) 1772 met Geurtie Jansen Been (ovl. 1806) en getrouwd (2) 1807 met Angenis van Amerongen (ovl. 1835), weduwe van Abraham Pancier.
    – Christiaan Koops (1807-1893), zilversmid in Rotterdam. Hij is getrouwd 1836 met Agathe Petronille de Roo.

Bronnen en noten

  • 1
    Aachen St. Foillan: Taufen 1772, f. 196.
  • 2
    Burgerlijke stand van Gouda: huwelijken 1829: Jacob Maurer en Johanna Tau, 25 maart 1829.
  • 3
    H.F. Macco (1908) Aachener Wappen und Genealogien Ein Beitrag zur Wappenkunde und Genealogie Aachener, Limburgischer und Jülicher Familien. Aken: Aachener Verlags- und Drückerei-Gesellschaft m.b.H., p. 184-185.
  • 4
    Eberhard Quadflieg (1941) Spaziergänge durch Alt-Aachen : Straßen, Häuser und Familien. Aken: Aachener Anzeiger / Politisches Tageblatt.
  • 5
    Mathias Theodorus Taw/Tau (1774-1851), hoedenmaker in o.a. Heusden en Geertruidenberg; Maria Geertruida Petronella Taw (1776-1856) getrouwd met Adrianus Rosu, hoedenmaker in Breda en Leonard Tau (1792-1873), meester-hoedenmaker in Venlo.
  • 6
    Bregje de Wit (2004) Op hoop van zaken : De industrialisatie van Gouda, 1813-1913. Gouda: Boekhandel Verkaaik. ISBN 9080003220.
  • 7
    Burgerlijke stand van Amsterdam: overlijdens 1814: Balthazar Tau, 22 augustus (reg. 7, fol. 74); Burgerlijke stand van Gouda: overlijdens 1814: Balthazar Tau, akte 370. NB Het politiebureau van kanton 5 was gevestigd aan de Raampoort in Amsterdam.
  • 8
    Burgerlijke stand van Amsterdam: overlijdens 1854: Margje Littel, 22 maart 1854.
  • 9
    Bericht in te zien via CBGVerzamelingen, niet teruggevonden via Delpher.
  • 10
    Niet-waarschijnlijke kandidaten:
    – Christiaan Koops (ca. 1743-1820), ook Frederik Christiaan Koop en Coops, koopman in turf in Utrecht (1819, 1820). Hij is getrouwd (1) 1772 met Geurtie Jansen Been (ovl. 1806) en getrouwd (2) 1807 met Angenis van Amerongen (ovl. 1835), weduwe van Abraham Pancier.
    – Christiaan Koops (1807-1893), zilversmid in Rotterdam. Hij is getrouwd 1836 met Agathe Petronille de Roo.